werkkapitaal bereken je aan de hand van je debiteuren, voorraad, liquide middelen en crediteuren. Netto werkkapitaal is: debiteuren + voorraad + vrij besteedbare liquide middelen -/- crediteuren.
Je netto werkkapitaal is het saldo na aftrek van de crediteuren.
Voorbeeld netto werkkapitaal:
Een bedrijf heeft een voorraad van EUR 40.000, een debiteurenportefeuille van EUR 90.000, liquide middelen van EUR 20.000 en een crediteurenpositie van EUR 110.000. Het bruto werkkapitaal is EUR 150.000, het netto werkkapitaal EUR 40.000.
Voor een gezond werkkapitaal dient de current ratio groter dan 1 te zijn. Dan kun je al je kortlopende verplichtingen voldoen uit je werkkapitaal. Bij de quick ratio sluit je de voorraad uit, dat kan bijvoorbeeld van belang zijn als je een seizoen voorraad opbouwt (bijvoorbeeld kerstartikelen) die niet direct verkocht zal worden.
Current ratio is: vlottende activa (incl. liquide middelen)/ vlottende passiva
Quick ratio: (vlottende activa (incl. liquide middelen) – voorraden) / vlottende passiva
Netto werkkapitaal is: debiteuren + voorraad + vrij besteedbare liquide middelen -/- crediteuren.
Als ondernemer heb je kapitaal nodig om mee te werken oftewel werkkapitaal. Dit bestaat naast je liquide middelen uit voorraden (incl. onderhanden werk) en debiteuren. werkkapitaal is nodig om je kortlopende verplichtingen zoals bijvoorbeeld huur, salarissen en openstaande facturen te voldoen.