Hieronder volgt een rekenvoorbeeld waarbij er verschillende soorten vermogen zijn, namelijk: EUR 200.000 spaargeld, onroerend goed met een WOZ waarde van EUR 350.000 (huuropbrengsten van EUR 13.200 per jaar) en een geldlening (Box III) van EUR 100.000. In het voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat er een fiscale partner is.
Voordat we starten met de berekening van de belasting berekenen we eerst de leegwaarderatio:
woz-waarde = EUR 350.000. Huuropbrengsten EUR 13.200. Verhouding 3,8%. Hierbij hoort in 2023 een leegwaarde ratio van 90%. (2022: 62%). De te hanteren waarde is dus EUR 350.000 x 90% = EUR 315.000.
Stap 1: bereken het rendement per soort vermogen
Bank- en spaartegoeden en contant geld: EUR 200.000 x 0,36% = EUR 720
Overige bezittingen (onroerend goed en uitgeleende gelden): EUR 315.000 x 6,17% = EUR 19.436
-/- Schulden: EUR 100.000 x 2,57% = EUR 2.570
Het rendement op de bezittingen (belastbaar rendement) is EUR 17.586
Stap 2: berekening gezamenlijk vermogen
Bezittingen: EUR 200.000 spaargeld + EUR 315.000 onroerend goed = EUR 515.000
Aftrekbare schuld: EUR 100.000 -/- 2 x drempel á EUR 3.400 per persoon = EUR 93.200
Het vermogen (de gezamenlijke rendementsgrondslag) is EUR 421.800
Stap 3: berekening grondslag sparen en beleggen
De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrij vermogen is in 2023 met een fiscaal partner EUR 114.000.
De grondslag sparen en beleggen: EUR 421.800 – EUR 114.000 = EUR 307.800
Stap 4: berekening aandeel in de rendementsgrondslag
Deel de grondslag sparen en beleggen door de rendementsgrondslag en vermenigvuldig de uitkomst met 100. De grondslag sparen en beleggen EUR 307.800 / rendementsgrondslag EUR 421.800 x 100 = 72,97%.
Stap 5: bereken voordeel uit sparen en beleggen
Het voordeel uit sparen en beleggen is het belastbaar rendement vermenigvuldigd met uw percentage van het aandeel in de rendementsgrondslag.
Het voordeel uit sparen en beleggen: EUR 17.586 x 72,97% = EUR 12.833
Over het vermogen van (gesaldeerd) EUR 415.000 wordt in 2023 betaald 32% x EUR 12.833 = EUR 4.106 belasting Over hetzelfde vermogen werd in 2022 betaald 31% x EUR 9.720 = EUR 2.069 belasting. Dit is een negatief verschil van EUR 2.037. De nieuwe box III rekenmethode is alleen voordeliger voor mensen met in verhouding veel spaargeld ten opzichte van overige bezittingen. Over het spaargeld betaal je bij de nieuwe rekenmethode minder belasting, wat begrijpelijk is gezien je over spaargeld nagenoeg geen rendement maakt, op basis van de voorlopige forfaits.