Hieronder volgt een rekenvoorbeeld waarbij er verschillende soorten vermogen zijn, namelijk: EUR 150.000 spaargeld, uitgeleende gelden EUR 550.000 en een schuld EUR 200.000 (lening vanuit de personal holding). In het voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat er een fiscale partner is.
Stap 1: bereken het rendement per soort vermogen
Bank- en spaartegoeden en contant geld: EUR 150.000 x 0,36% = EUR 540
Overige bezittingen (uitgeleende gelden): EUR 550.000 x 6,17% = EUR 33.935
Het rendement op de bezittingen is in totaal EUR 34.475
Schulden:
Op de schuld wordt een drempel in mindering gebracht. De drempel is EUR 3.400 per persoon.
De aftrekbare schuld is: EUR 200.000 – EUR 6.800 = EUR 193.200
Het rendement op aftrekbare schulden: EUR 193.200 x 2,57% = EUR 4.965
Het belastbaar rendement is EUR 34.475 – EUR 4.965 = EUR 29.510
Stap 2: berekening gezamenlijk vermogen
Bezittingen: EUR 150.000 spaargeld + EUR 550.000 uitgeleende gelden = EUR 700.000
Aftrekbare schulden: EUR 193.200
Het vermogen (de gezamenlijke rendementsgrondslag) is EUR 700.000 – EUR 193.200 = EUR 506.800
Stap 3: berekening grondslag sparen en beleggen
De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrij vermogen is in 2023 met een fiscaal partner EUR 114.000.
De grondslag sparen en beleggen: EUR 506.800 – EUR 114.000 = EUR 392.800
Stap 4: berekening aandeel in de rendementsgrondslag
Deel de grondslag sparen en beleggen door de rendementsgrondslag en vermenigvuldig de uitkomst met 100. De grondslag sparen en beleggen EUR 392.800 / rendementsgrondslag EUR 506.800 x 100 = 77,51%.
Stap 5: bereken voordeel uit sparen en beleggen
Het voordeel uit sparen en beleggen is het belastbaar rendement vermenigvuldigd met uw percentage van het aandeel in de rendementsgrondslag.
Het voordeel uit sparen en beleggen: EUR 29.510 x 77,51% = EUR 22.872
Over het vermogen van EUR 506.800 wordt in 2023 betaald 32% x EUR 22.872 = EUR 7.319 belasting
Over het vermogen van EUR 506.800 werd in 2022 betaald 31% x EUR 16.398 = EUR 5.084 belasting
Dit is een negatief verschil van EUR 2.235. De nieuwe box III rekenmethode is alleen voordeliger voor mensen met in verhouding veel spaargeld ten opzichte van overige bezittingen. Over het spaargeld betaal je bij de nieuwe rekenmethode minder belasting, wat begrijpelijk is gezien je over spaargeld nagenoeg geen rendement maakt.
Denk jij erover om te gaan investeren in vastgoed of geldleningen? Beoordeel dan wat de fiscale consequenties zijn. Meer informatie? Neem contact op met een adviseur van Eijgen Finance.
Deze kennisblog is geschreven door Eijgen Finance adviseur Rudy Groeneveld.