Een verhuurdershypotheek werkt anders dan een reguliere hypotheek, omdat banken en hypotheekverstrekkers meer risico zien in vastgoed dat wordt verhuurd. Daarom gelden er vaak strengere voorwaarden:
Eigen inbreng: Bij een verhuurdershypotheek moet je meestal een groter deel van de koopsom zelf inleggen. Dit kan variëren tussen de 20% en 30% van de woningwaarde.
Hogere rentes: Omdat verhuur meer risico’s met zich meebrengt, zoals leegstand of huurders die niet betalen, rekenen banken doorgaans een hogere rente op een verhuurdershypotheek.
Verhuurwaardebepaling: Voordat een hypotheekverstrekker akkoord gaat, zal er gekeken worden naar de verhuurwaarde van de woning. Dit is het bedrag dat je naar verwachting aan huurinkomsten kunt ontvangen. De hypotheekverstrekker zal dit meenemen in hun beoordeling om te zien of je de maandelijkse lasten kunt dragen.
Inkomsten uit verhuur: Bij de beoordeling van de aanvraag wordt niet alleen naar je persoonlijke inkomen gekeken, maar ook naar de te verwachten huurinkomsten. Deze inkomsten kunnen helpen om de hypotheeklasten te dekken.
Looptijd en aflossing: Een verhuurdershypotheek kan zowel annuïtair als aflossingsvrij zijn, afhankelijk van de afspraken met de verstrekker. Vaak wordt gekozen voor aflossingsvrije hypotheken, waarbij de woning uiteindelijk bij verkoop de lening aflost.
De kosten van een verhuurdershypotheek kunnen variëren, afhankelijk van verschillende factoren zoals de hypotheekverstrekker, het type woning, de hoogte van de lening en de financiële situatie van de aanvrager. Hieronder een overzicht van de belangrijkste kostenposten:
1. Rente
De rente voor een verhuurdershypotheek is meestal hoger dan voor een reguliere hypotheek. Dit komt doordat verhuur meer risico met zich meebrengt voor de bank. De rente kan variëren tussen de 3% en 5%, afhankelijk van de voorwaarden en de marktomstandigheden.
2. Eigen inbreng
Bij een verhuurdershypotheek moet je doorgaans een groter deel van de aankoopprijs zelf financieren. Dit percentage ligt vaak tussen de 20% en 30% van de marktwaarde van de woning. Als je bijvoorbeeld een woning koopt van €300.000, moet je tussen de €60.000 en €90.000 zelf inleggen.
3. Taxatiekosten
Voordat de hypotheekverstrekker de lening goedkeurt, wordt de woning getaxeerd. Dit is belangrijk om de verhuurwaarde van de woning te bepalen. De kosten voor een taxatie liggen doorgaans tussen de €500 en €1.000, afhankelijk van de locatie en het type woning.
4. Advies- en afsluitkosten
Net als bij een reguliere hypotheek betaal je advies- en afsluitkosten. Deze kosten kunnen variëren tussen de €1.500 en €3.000, afhankelijk van de adviseur en de complexiteit van de hypotheek.
5. Verzekeringen
Als verhuurder ben je verplicht om de woning goed te verzekeren. Dit betekent dat je naast een opstalverzekering ook vaak een verhuurdersverzekering moet afsluiten. De kosten hiervoor liggen gemiddeld tussen de €300 en €600 per jaar, afhankelijk van de verzekeraar en de dekking.
6. Eventuele verbouwingskosten
Als je de woning eerst wilt opknappen voordat je deze verhuurt, moet je ook rekening houden met verbouwingskosten. Sommige verhuurdershypotheken bieden extra leenruimte voor renovaties, maar dit zal je maandlasten verhogen.
7. Leegstand en onderhoudskosten
Een belangrijk punt bij het verhuren van vastgoed is dat je mogelijk te maken krijgt met perioden van leegstand. Daarnaast zijn er kosten voor het onderhoud van de woning. Dit kan variëren, maar een vuistregel is om 1% van de woningwaarde per jaar te reserveren voor onderhoud.
Er zijn veel verschillende geldverstrekkers die een verhuurhypotheek aanbieden. Denk aan grootbanken maar ook aan alternatieve financiers die zich specialiseren in vastgoedhypotheken. Nieuwe producten en rentes volgen elkaar snel op en de markt is altijd in beweging. Het is daarom gangbaar om via een intermediair zoals Eijgen Finance te kijken welke oplossing het beste bij jouw aankoop en situatie past.