De ebitda wordt berekend aan de hand van de winst en verliesrekening van een bedrijf. De volgende onderdelen van de winst en verliesrekening hebben invloed op de ebitda.
Omzet: Het totale bedrag dat een bedrijf genereert door de verkoop van goederen of diensten gedurende een bepaalde periode.
Inkoopwaarde: Ook bekend als kostprijs van de omzet en vertegenwoordigt de kosten die rechtstreeks verband houden met de productie of aankoop van goederen die een bedrijf verkoopt en die nodig zijn om die goederen beschikbaar te maken voor verkoop.
Brutowinst: Dit betreft het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde.
Operationele kosten: Deze kosten omvatten uitgaven die rechtstreeks verband houden met de kernactiviteiten van een bedrijf en noodzakelijk zijn voor de dagelijkse bedrijfsvoering.
Rentebaten en rentelasten: Rentebaten zijn de inkomsten die een bedrijf genereert uit financiële activa zoals spaarrekeningen of leningen aan derden. Rentelasten zijn de kosten die een bedrijf moet betalen in verband met de financiering van zijn activiteiten zoals rente op leningen of rekening courant kredieten.
Afschrijvingen: Dit zijn boekhoudkundige kosten die worden toegepast om de waardevermindering van materiële activa over de tijd weer te geven.
Afboekingen: Ook wel bekend als waardeverminderingen. Het betreft een boekhoudkundige aanpassing om de waardedaling van activa of investeringen in de cijfers weer te geven. Afboekingen worden gedaan wanneer de waarde van een activum lager is dan de boekwaarde.
Bijzondere resultaten: Dit zijn financiële gebeurtenissen of transacties die niet als onderdeel van de normale lopende bedrijfsactiviteiten van een onderneming worden beschouwd. Bijvoorbeeld de verkoop van een bedrijfsonderdeel of de kosten van een herstructurering.
Nettowinst: Het geeft de winst van een bedrijf weer na aftrek van alle kosten, belastingen en andere uitgaven.
Om een beeld te geven hoe deze begrippen zich verhouden tot de ebitda is een rekenvoorbeeld uitgewerkt.